Matteüs 10:24-33 (De Nieuwe Bijbelvertaling): "Een leerling staat niet boven zijn leermeester en een slaaf niet boven zijn heer. 25. Een leerling moet er genoegen mee nemen te worden als zijn leermeester, en de slaaf als zijn heer. Als ze de heer des huizes al Beëlzebul genoemd hebben, waarvoor zullen ze dan zijn huisgenoten wel niet uitmaken? 26. Wees dus niet bang voor hen. Want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden en niets is geheim dat niet bekend zal worden. 27. Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken. 28. Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. 29. Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. 30. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. 31. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. 32. Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. 33. Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel."
Matteüs 10:29 luidt in De Nieuwe Bijbelvertaling: "Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil". De Groot Nieuws Bijbel heeft "Toch valt er niet één op de grond buiten jullie Vader om." Het belangrijkste verschil zit in het slot. Waarom is er in De Nieuwe Bijbelvertaling voor "als jullie Vader het niet wil" gekozen, waar de Groot Nieuws Bijbel "buiten jullie Vader om" heeft?
De vraag spitst zich toe op de vertaling van het Griekse woordje aneu. Dat woord betekent "zonder" (als tegenstelling van "met"), maar al in het klassiek Grieks wordt het ook gebruikt in de zin van "zonder toestemming van", "zonder medeweten van", "buiten X om" of "buiten de wil van X om".
Ook buiten de bijbel wordt aneu in Griekse teksten wel gebruikt in combinatie met een aanduiding voor god of meerdere goden. Uit die plaatsen blijkt telkens dat aneu gebruikt wordt om aan te duiden dat iets niet zomaar gebeurt, maar dat er een godheid of goden achter zitten. Het gebruik van aneu tou patros in Matteüs 10:29 past precies in dit plaatje: er valt niet één mus dood neer buiten het bereik van God.
De vraag is natuurlijk hoe aneu tou patros humôn het best in het Nederlands is weer te geven. Er zijn ten minste drie vertaalopties, die alle mogelijk en correct zijn. Een optie is om het enigszins in het vage te houden en iets als "buiten jullie Vader om" te vertalen. Wie kennis heeft over antieke opvattingen over de verhouding van de goddelijke wereld tot de aardse, zal met deze vertaling goed uit de voeten kunnen.
Sommige vertalingen kiezen voor "zonder dat jullie Vader het weet". Die vertaling past goed in de context van Matteüs 10:24-33, waar ondermeer gesproken wordt over verborgen zaken die aan het licht komen, en over het feit dat zelfs het aantal haren op de hoofden bij God bekend is. Bij deze vertaling bestaat voor moderne lezers echter wel het risico dat de antieke voorstelling dat er een verbinding is tussen het goddelijke en datgene wat gebeurt, teveel op de achtergrond raakt; "weten" zou namelijk geïnterpreteerd kunnen worden als "medelijden hebben met", en dat is hier niet bedoeld.
Ten slotte is er de optie die in De Nieuwe Bijbelvertaling gekozen is: "als jullie Vader het niet wil". Mits goed verstaan is dit een vertaling waarin die antieke voorstelling goed naar voren komt: zelfs onbeduidende vogels als mussen vallen niet dood op de grond zonder dat God er "achter zit". Maar uit correspondentie in Trouw en brieven die bij het NBG zijn binnengekomen blijkt dat de vertaling "als jullie Vader het niet wil" enige misverstanden heeft opgeroepen. De uitspraak werd als het ware omgedraaid: als er een mus doodvalt, dan is dat Gods wil. Datzelfde geldt dan uiteraard voor allerhande persoonlijk leed, en ook voor natuurrampen.
Dat is echter niet de (oorspronkelijke) bedoeling van Matteüs 10:29. Veel Joodse en christelijke schrijvers gebruikten het thema dat niets buiten het bereik van God gebeurde als troostrijke gedachte: het leed dat mensen overkomt is onderdeel van een groter goddelijk plan. In dat kader past ook Matteüs 10:29. In de Oudheid kwam de gedachte wel voor dat bepaalde rampen een straf van God of van de goden waren, maar dat moet niet afgeleid worden uit Matteüs 10:29.
De versie van Matteüs 10:29 in De Nieuwe Bijbelvertaling is dus niet onjuist, maar zal over een aantal jaar, als er een revisie van De Nieuwe Bijbelvertaling gemaakt wordt, wel opnieuw overwogen worden, juist omdat hij aanleiding geeft tot misverstanden.